Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u [40]tot Mij met uw ganse hart, [41]en dat met vasten en met geween, en met rouwklage. 40. Hebr. tot mij toe; gelijk enigen dit nemen. Alzo wordt het Hebr. woord in deze zaak ook gebruikt; Deut.4:30; Klaagl.3:40; Hos.14:2; Amos 4:6,8,9,11, betekenende [gelijk sommigen verstaan] dat God niet tevreden is met een schijn, of vliegende gedachte en een los opzet, of half hart, maar dat Hij wil hebben een oprechte afkering van het kwade en bekering tot Hem en het goede, geenzins tot afgoden of andere ijdelheden. En alzo zouden de volgende woorden, idem het scheuren der harten, en met uw ganse hart, dienen tot verklaring van den nadruk van dit woord; verg. Hos.6:4, en Hos.7:16 met de aantekening. Doch anderen nemen het slechts voor een woord tot. 41. Alzo wordt de Hebr. letter Vau ook elders gebruikt, voor en dat, of zelfs. Zie Jer.17:10, en onder Zef.2:32.